Het Lichaam – Moertjes en Boutjes. Deel 1.
Gepubliceerd door hetlichaaminbeweging op
Het Lichaam - Moertjes en Boutjes. Deel 1.
Botten, pezen, ligamenten, kapsels, verschillende soorten spierweefsels, kraakbeen, bloedvaten, lymfeklieren, meer dan een hand vol organen, vloeistoffen, cellen, zenuwbanen, nagels, huid en haar. Het lichaam bestaat uit een bonte verzameling van weefsels, allen met hun eigen specialisatie, toepassing en functie– vergelijkbaar met gereedschap in een werkplaats. In deze tweedelige post duik je in de moertjes en boutjes van het beweegsysteem, hun functie, toepassing en het effect van beweging op hun gezondheid. Tijd om kennis te maken met de structuren van ons lichaam!
Bot
Laten we beginnen met het meest “breekbare” weefsel van ons lichaam: bot. Botten vormen samen het skelet, een sterk frame of stijger waar al het andere weefsel aan ophangt en deels door wordt beschermd. Het skelet geeft ons een houding, het is enorm sterk en is uitermate geschikt om gewicht te dragen en krachten op te nemen. Hoe goed hij daartoe in staat is hangt af van zijn stand, beweging en positie, dus recht je rug en draag jezelf met de botten in je benen!
Waar het ene bot eindigt en het volgende begint vind je een beweegbare eenheid: een gewricht. De beweegrichting en functie van een gewricht wordt bepaald door zijn vorm, net zoals de kop van een schroef bepaald welke schroevendraaier je erbij nodig hebt. Zo is de functie van het kniegewricht vergelijkbaar met een deurscharnier; zijn de heupgewrichten uitermate geschikt voor draaibewegingen; en kun je diezelfde draaifuncties in je onderrug juist beter vermijden.
“Goed gereedschap wordt gemaakt uit een onbewerkt houtblok.”
Lao-Tse
Bindweefsel
Deze steiger van botten wordt bij elkaar gehouden door een stelsel aan peesachtige structuren, een soort ‘touwen’, banden en vliezen die de botten en de spierbundels bij elkaar binden. De collectieve naam voor dit soort weefsel is bindweefsel, waar ligamenten, pezen, vliezen en kapsels onder vallen.
Dit bindweefsel is een van de belangrijkste soorten weefsels in het beweegsysteem en helpt bij het overdragen van krachten en draagt bij aan de verdeling van beweging in het systeem. Dit is ook het weefsel wat korter kan worden en het gevoel van stijfheid in een gewricht geeft wanneer je het niet regelmatig beweegt en onder rek zet. Teveel erin hangen is ook niet goed, het rekt dan uit en wordt slap. Mijn advies, zoek de gulden middenweg, maak grote bewegingen en zet je hele lichaam in om een activiteit uit te voeren. Zo verdeel je krachten over meer weefselmassa en voorkom je lokale overbelasting!
Daarnaast hebben kapsels nog een unieke taak onder de bindweefsels. Kapsels maken namelijk een vloeistof aan wat in het gewricht terechtkomt: synoviaal vocht. In dit vocht zitten stoffen opgelost die het kraakbeen, de rubberachtige laag waarmee het uiteinde van het bot is bekleed, voed en tevens fungeert als smeermiddel om wrijving tussen de gewrichtsvlakken te verminderen.
Maar let op! Het kapsel maakt deze vloeistof vooral aan wanneer het in beweging is. Geen beweging, minder vloeistof, minder vloeistof, minder voeding en meer uitdroging, meer uitdroging, meer kans op scheurtjes (zoals een droge rivierbedding), meer scheurtjes, meer kans op degeneratie of artrose. Een belangrijke clue waarom beweging dus zo goed is voor het systeem.
Passief Weefsel
De collectieve naam voor deze weefsels noemen we het passieve weefsel van het beweegapparaat. Het is niet in staat om zichzelf te bewegen en zijn beweging is dus afhankelijk van andersoortig weefsel, de actieve weefsels. De lengte en mobiliteit van het bindweefsel en ook de communicatievezels en vaatstelsels waar we het in het tweede deel over gaan hebben, zijn afhankelijk van dit actieve systeem.